Discoide meniscus
DiscoÏde meniscus
Normaal gesproken bedekt de buitenmeniscus ongeveer 80% van het gewrichtkraakbeen op het buitencompartiment van de knie en de
binnenmeniscus ongeveer 60%. De zogenaamde discoïde meniscus is de meest voorkomende anatomische variatie van de meniscus en komt meestal aan de laterale c.q. buitenzijde van de knie voor met een incidentie van 1.5 tot 16.6% van de bevolking, met name in de Japanse populatie komt dit veel vaker voor. Het is een congenitale variant en lijkt op de meniscus zoals die wordt gezien bij sommige apensoorten. Er zijn drie typen discoïde menisci: Een incompleet type, het complete type en het Wrisberg type. Het Wrisberg type heeft geen achterste aanhechting op het tibiaplateau maar hecht aan via een ligament tegen de achterstekruisband.
Discoïde meniscus: A=Incompleet, B=Compleet, C=Wrisberg type
De behandeling van discoïde meniscus die bij het lichamelijk onderzoek vaak het beeld geeft van een knappende knie aan de buitenzijde bij jonge kinderen, hoeft niet geopereerd te worden wanneer er geen klachten zijn. Ook een knappende knie “ snapping knee syndrome” is geen directe operatie-indicatie, tenzij er echter blokkade is. Wanneer er zich wel klachten ontwikkelen moet de discoïde meniscus verwijderd worden en dan wordt deze bijgewerkt tot de vorm van een normale meniscus. Heel zelden kan een plaatmeniscus gehecht worden, bijv. als hij volledig van het kapsel is losgescheurd
Kijkoperatiebeeld van een complete discoïde meniscus
Geconcludeerd mag worden dat de discoïde meniscus of plaatmeniscus een aangeboren variant is die, wanneer het geen klachten geeft, geen operatie behoeft maar bij klachten en een bewezen scheur op de MRI het gescheurde gedeelte verwijderd kan worden. echter alle vormen van operatie zijn controversieel. De klachten pijn, zwelling en mogelijk trauma zijn relatieve indicaties voor een artroscopie. Scheuren in een discoïde meniscus kan verwijdering van de scheur vereisen, waarbij de buitenring (peripheral ring) van de meniscus intact moet blijven.