Adviezen voor uw Fysiotherapeut na stabilisatie van de Patella

Hier vindt U adviezen en informatie over de nabehandeling van de operatie.

 Revalidatie na patella stabilisatie

Fase 1  Spalkfase 1-4 weken

Functie niveau

  • Passieve mobilisaties patellofemoraal
  • Motorische reactivering van de M. quadriceps (eventueel met elektrostimulatie), startend met isometrische oefeningen, opbouwend van geleiden actieve oefeningen.
  • Actieve oefeningen, gluteaal- en kuit musculatuur

Activiteiten- en participatieniveau

  • Spalkbeleid: week een streep vier belast mobiliseren (staan en lopen) alleen toegestaan met spalk. In rust zo nodig de pijn demping. Week 5 – 6 afbouw van gebruik spalk. Dit alleen als pijn klachten ter hoogte van de tuberositas tibia niet toenemen.
  • Neuromusculaire training met kwalitatief correcte uitvoering.
  • Optimaliseren van het looppatroon, zowel in de fase waarin spalk wordt gedragen als tijdens afbouw van spraak gebruik. De juiste balans zoeken in opbouw van belasting en gebruik krukken.

Afwijkend beloop

  • Als de wond niet sluit of infectie optreedt.
  • Als er na 6 weken in force verminderde flexie is van < 30°.
  • Opbouwen naar volledige belasting niet lukt. Hierbij aandacht voor toename pijnklachten de hoogte van de tuberositas tibea.
  • Als er na 4 – 6 weken geen willekeurige controle is van de m quadriceps.

Na twee weken vindt wond controle plaats, na 6-8 weken controle bij de orthopedisch chirurg. Voor de start met fase twee hoeft niet op deze controle gewacht te worden.

Criteria overgang naar fase 2

· Goede wondheling · Geen pijn in de knie                                                                                                                                   

· Minimale hydrops/synovitis · Normale mobiliteit patella (links = rechts)                                                                        

· Extensie 0° en flexie minimaal 90°                                                                                                                                                       

· Willekeurige aanspanning van de m. quadriceps                                                                                                                                

· Kwalitatief correcte uitvoering van de neuromusculaire oefeningen in fase 1

Fase 2 training’s opbouw 4 – 14 weken indien er voldaan is aan de overgangscriteria

Functie niveau

  • Oefenen volledige ROM in onbelaste situatie.
  • Opbouw krachttraining onderste extremiteit: training van ze wel open als gesloten keten, in traject 0 – 90°.
  • Start vanaf week vier: starten met veel herhalingen en laag training’s gewicht (onder lichaamsgewicht), vervolgens verminderen herhalingen en verhogen van het gewicht (met toepassing van extra gewicht).
  • Hierbij aandacht voor reactie van de knie, hydropsie en pijnklachten ter hoogte van de tuberositas tibiae.
  • Intensiveren van oefeningen voor gluteaal- en kuitmusculatuur (minder herhalingen, meer weerstand).

Activiteiten- en participatieniveau

  • Uitbreiden van neuromusculaire training met kwalitatief correcte uitvoering.
  • Starten met buiten fietsen
  • Cyclische belasten trainingsvormen, mn aeroob
  • Vanaf week 10-12 starten met joggen indien belastbaarheid van de knie dit toelaat.
  • Start met agility training
  • Werkhervatting

Criteria overgang naar fase  3                                                                                                                                                               · Kwalitatief correcte uitvoering van de neuromusculaire oefeningen in fase 2                                                         

 · LSI > 80% voor kracht van m. quadriceps en hamstrings                                                                                                                  

· LSI > 80% voor hoptestbatterij                                                                                                                                                   · Afnemen van de IKDC en/of KOOS

Fase 3  Sportspecifiek 15 weken Indien voldaan aan de Overgangscriteria (kan Dus ook eerder zijn)

Functie niveau

  • Behouden van volledige ROM
  • Intensiveren van sport specifieke spierversterkende oefeningen

Activiteiten- en participatieniveau

  • Uitbreiden van neuromusculaire training met kwalitatief correcte uitvoering
  • Uitbreiden van krachttraining in volledige ROM
  • Uitbreiding van joggen/fietsen naar sport specifieke belasting
  • Uitbreiden en intensiveren van agility training
  • Hervatten van training bij eigen sportclub, indien belastbaarheid van de knie dit toelaat

Criteria beëindigen revalidatie                                                                                                                                  

· Correct looppatroon, symmetrisch hardlooppatroon en kwalitatief correcte uitvoering van sportspecifieke bewegingen                     

· LSI > 90% voor kracht m. quadriceps en hamstring                                                                                                         

· LSI > 90% voor hoptestbatterij, aangevuld met de single leg hop and hold test                                                                           

· Drop jump met observatie / videoanalyse van kwaliteit van bewegen                                                                                           

· Afnemen van de IKDC en/of KOOS                                                                                                                                                

· Graag terugkoppeling over het revalidatietraject naar medisch specialist d.m.v. de brief die aan de patiënt is meegegeven